Als ik op het podium sta, heb ik altijd mijn Jack Russel bij me. En mijn Professor.

Deze twee zijn onmisbare versies van mezelf, die me helpen precies dát te doen wat op dat moment nodig is.

Neem de Professor: als ik ingewikkelde concepten rustig en helder wil uitleggen, breng ik mijn handen bij elkaar alsof ik een denkbeeldig boek vasthoud. Met dat simpele gebaar voel ik de rust en focus van de Professor opkomen. Hij is bedachtzaam, duidelijk en serieus. Hij zorgt ervoor dat mijn woorden aankomen.

Maar als het tijd is om de zaal op te zwepen, komt de Jack Russel tevoorschijn. Door actief door mijn knieën te gaan en een beetje te stuiteren, voel ik die speelse energie naar voren komen. De Jack Russel is enthousiast, vol energie, en weet het publiek mee te nemen in het verhaal.

Wat ik door de jaren heb geleerd, is dat deze verschillende versies van mezelf er altijd al waren, maar dat het soms lastig is om de juiste energie op het juiste moment in te zetten. Maar door bewust mijn verbeelding en lichaamshouding te gebruiken, kan ik ze oproepen wanneer ik ze nodig heb. Dat is de kracht van verbeelding: het laat je schakelen tussen de vele kanten van jezelf.

En dit gaat niet alleen over spreken op een podium. Stel je voor dat je in een belangrijke vergadering je innerlijke “Professor” oproept om kalm en overtuigend te blijven. Of dat je tijdens een brainstorm je innerlijke “Jack Russel” inzet om creativiteit en energie in het team te brengen. Door bewust een andere versie van jezelf te activeren leer je ook effectiever omgaan met verschillende situaties.

Dus, mijn vraag aan jou: Welke versies van jezelf gebruik jij? En hoe zet je ze in om beter te worden in wat je doet?